Als je diabetes krijgt terwijl je zwanger bent, heet dat zwangerschapsdiabetes. Zeker 1 op de 10 vrouwen in Nederland krijgt deze vorm van diabetes. Als je zwanger bent dan wordt je minder gevoelig voor insuline. Je hormonen zorgen daarvoor. In de meeste gevallen maakt je lichaam dan zelf meer insuline aan, maar soms gaat dat niet goed. Er ontstaat dan een tijdelijke vorm van diabetes: zwangerschapsdiabetes. Deze ontstaat vaak tussen de 24ste en 28ste zwangerschapsweek.
Dit brengt risico’s mee voor je baby, je baby kan te groot worden, na de geboorte een te lage bloedsuiker krijgen of na de geboorte geel worden. Je baby heeft minder kans op deze problemen als je bloedsuiker goed onder controle is. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen wordt aangeraden om gezond te eten en voldoende groente,fruit, noten, volkorenbrood en bonen te eten. Vermijd frisdrank en sap, eet geen witbrood, gebakjes, chocola, snoep en koekjes. In de meeste gevallen is zwangerschapsdiabetes direct na je bevalling over.