Het is niet zo makkelijk om vast te stellen dat je een serotonine tekort hebt. De meest gebruikelijke manier is een neurotransmitter profielbepaling of een urinetest om te kijken hoeveel neurotransmitters er ontbreken. Men kijkt ook naar de symptomen om het totaalplaatje van een tekort te kunnen vaststellen.
Wat veroorzaakt lage serotoninespiegels in he lichaam? Serotonine maakt deel uit van een complex systeem van chemicaliën en receptoren. Als je een serotonine tekrot hebt dan is de kans groot dat je ook een tekort hebt aan andere neurotransmitters, wat de oorzaak is van de symptomen die we hebben voorgelegd.
Onderzoekers weten nog steeds niet zeker wat de exacte oorzaak van een serotonine tekort is, maar het kan te wijten zijn aan genetica, slechte voeding, levensstijl of problemen met de darmen.
Als je last hebt van chronische stress of vaak wordt blootgesteld aan giftige stoffen zoals zware metalen of pesticiden dan loop je mogelijk een groter risico op een serotonine tekort. Andere oorzaken kunnen een gebrek zijn aan zonlicht en het langdurig gebruik van bepaalde medicijnen.
Genetische factoren
Genetische aanleg kan een rol spelen bij serotonine tekort. Mensen kunnen variaties hebben in genen die de synthese, het transport of de receptorfunctie van serotonine beïnvloeden wat kan leiden tot lagere serotoninespiegels.
Slechte darmgezondheid
De darmen en de hersenen zijn nauw met elkaar verbonden via een complex communicatiesysteem dat bekend staat als de darm-hersenas. Het grootste deel van de serotonine in het lichaam wordt ook in je darmen gemaakt. Onevenwichtigheden in darmbacteriën, darmontsteking of aandoeningen zoals het lekkende darmsyndroom kunnen de synthese en opname van serotonine ernstig belemmeren.
Onvoldoende inname via de voeding
Serotonine wordt in het lichaam gesynthetiseerd uit het aminozuur tryptofaan dat je via voeding kunt binnen krijgen. Onvoldoende inname van tryptofaanrijk voedsel zoals gevogelte, eieren, kaas, noten en zaden kan leiden tot een verlaagde productie van serotonine.
Stress en chronische angst
Stressvolle gebeurtenissen, chronische angst en chronische stress kunnen de serotoninespiegels verlagen. Stress activeert de afgifte van cortisol en dit is een hormoon dat concurreert met serotonine voor binding aan bepaalde receptoren waardoor de serotonine-activiteit wordt verminderd.
Hormonale veranderingen
Hormonale schommelingen kunnen de serotoninespiegel beïnvloeden. Lage oestrogeenspiegels tijdens de menopauze of bepaalde fasen van de menstruatiecyclus kunnen bijdragen aan serotonine tekort en stemmingsstoornissen.
Medicatie
Bepaalde medicijnen kunnen de productie, afgifte of heropname van serotonine verstoren en dit kan wat leiden tot een serotonine tekort. Voorbeelden hiervan zijn:
• Antipsychotica
• Antidepressiva
• Anti-emetica
• Medicijnen tegen migraine
Chronische ziekte
Sommige chronische medische aandoeningen zijn in verband gebracht met serotonine-onevenwichtigheden. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
• Chronisch vermoeidheidssyndroom
• Prikkelbare darmsyndroom
• Lekkende darm
• Fibromyalgie
• De ziekte van Parkinson
Drugsmisbruik
Alcohol- en drugsmisbruik en met name stoffen die direct van invloed zijn op de serotoninespiegel zoals ecstasy, MDMA of bepaalde hallucinogenen kunnen de serotoninevoorraden in de hersenen uitputten en leiden tot een langdurig serotonine tekort.
”Serotonine word voor een groot deel in de darmen aangemaakt”